|
Helaas
worden veel kinderen mishandeld door
hun ouders of verzorgers. Zij worden
soms lichamelijk-, seksueel-, emotioneel-
en/of ritueel mishandelt, verwaarloosd
en/of in de steek gelaten.
Kinderen begrijpen niet wat er aan de
hand is en kunnen niet terugvechten
omdat ze te klein zijn. Ze proberen
op diverse manieren om het mishandelen
te stoppen of te ontvluchten.
Kinderen vragen zich vaak af wat ze
verkeerd doen om zo’n pijn gedaan
te worden, maar de waarheid is dat niets
wat een kind doet het verdient om zo
behandelt te worden. De mensen die hen
zo behandelen zijn fout.
Wanneer kinderen alleen zijn met hun
gedachten en gevoelens kunnen ze verward
raken door de mishandelingen en gaan
denken dat zij slecht, dom, lelijk en
vies zijn. Dit is niet waar maar het
kind denkt dat het zo is en groeit op
met het idee afschuwelijk te zijn en
er niet te mogen zijn. Het doet pijn
om zulke gedachten te hebben en gevoelens
van verdriet, angst en boosheid. Veel
kinderen hebben zelfs liever lichamelijke
pijn dan de pijn gevoelens in hun hoofd.
Sommige kinderen vinden een manier om
aan al deze pijn te ontsnappen. Ze voelen
niet meer, ook niet als iets leuk is.
Ze worden hard en bouwen een soort van
muur om zich heen ter bescherming.
|
 |
De
mogelijkheid tot dissociëren. |
Alle vormen van misbruik zijn slecht en
pijnlijk en sommige vormen zijn erger. Wanneer
de mishandelingen voor langere tijd duren
vinden sommige kinderen een speciale manier
van overleven welke dissociatie wordt genoemd.
Dissociatie kan heel bruikbaar zijn omdat
het een kind de mogelijkheid geeft om de
pijn geestelijk te ontsnappen. Het lichaam
en het hoofd worden als het ware van elkaar
gescheiden. Als het lichaam pijn wordt gedaan,
wordt dit door de persoon niet meer gevoeld,
omdat men in gedachten naar een veilige
plaats gaat. Kinderen kunnen op diverse
wijze een veilige plek creëren. Sommigen
doen alsof ze een muur zijn welke hard en
koud is en die niets voelt, sommigen zien
hun lichaam misbruikt worden terwijl ze
zelf vanaf een veilig plekje, bijvoorbeeld
het plafond, toekijken. Anderen laten een
ander sterker kind hun plaats vervangen
die het bange kind beschermen kan. In al
deze gevallen hebben de kinderen het idee
dat het niet hen overkomt maar een ander.
En wanneer dit lang gebeurd wordt het een
reflex en ontstaat er een afgescheiden deel
van het kind welke geen bewust deel meer
uitmaakt van het kind zodat de pijn ergens
anders blijft. Veel kinderen en latere volwassenen
hebben zo afgescheiden delen van zichzelf
die functies overnemen: de één
is sterk en kan hard rennen, de ander is
gevoelig etcetera. Al deze delen vormen
samen de persoon met de dissociatieve- identiteitsstoornis,
voorheen meervoudige persoonlijkheidsstoornis.
Delen kunnen een eigen naam hebben of genoemd
worden naar de functie die een deel heeft
zoals “beschermer”.
Kinderen en de latere volwassenen hebben
verschillende namen voor disociatie: “naar
binnen keren”, “leeggezogen
worden (iets niet meer weten of kunnen of
juist wel weten of kunnen)”, “verstoppen”,
“je klein maken”.
Dissocieren werkt. Het is een manier om
de pijn te controleren en heeft als functie
dat het kind overleeft. Het verzacht de
pijn, maar helaas verdwijnt de pijn niet.
Pijn vindt een manier om uiteindelijk toch
naar buiten te komen, vaak jaren later.